Richteren 19:1

SVHet geschiedde ook in die dagen, als er geen koning was in Israel, dat er een Levietisch man was, verkerende als vreemdeling aan de zijden van het gebergte van Efraim, die zich een vrouw, een bijwijf, nam van Bethlehem-juda.
WLCוַיְהִי֙ בַּיָּמִ֣ים הָהֵ֔ם וּמֶ֖לֶךְ אֵ֣ין בְּיִשְׂרָאֵ֑ל וַיְהִ֣י ׀ אִ֣ישׁ לֵוִ֗י גָּ֚ר בְּיַרְכְּתֵ֣י הַר־אֶפְרַ֔יִם וַיִּֽקַּֽח־לֹו֙ אִשָּׁ֣ה פִילֶ֔גֶשׁ מִבֵּ֥ית לֶ֖חֶם יְהוּדָֽה׃
Trans.wayəhî bayyāmîm hâēm ûmeleḵə ’ên bəyiśərā’ēl wayəhî ’îš lēwî gār bəyarəkəṯê har-’efərayim wayyiqqaḥ-lwō ’iššâ fîleḡeš mibêṯ leḥem yəhûḏâ:

Algemeen

Zie ook: Bethlehem (in Juda), Bijvrouw, Concubine, Levieten
Richteren 17:6, Richteren 18:1, Richteren 21:25

Aantekeningen

Het geschiedde ook in die dagen, als er geen koning was in Israël, dat er een Levietisch man was, verkerende als vreemdeling aan de zijden van het gebergte van Efraim, die zich een vrouw, een bijwijf, nam van Bethlehem-juda.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יְהִי֙

Het geschiedde

בַּ

-

יָּמִ֣ים

dagen

הָ

-

הֵ֔ם

ook in die

וּ

-

מֶ֖לֶךְ

koning

אֵ֣ין

als er geen

בְּ

-

יִשְׂרָאֵ֑ל

was in Israël

וַ

-

יְהִ֣י׀

was

אִ֣ישׁ

man

לֵוִ֗י

dat er een Levietisch

גָּ֚ר

verkerende als vreemdeling

בְּ

-

יַרְכְּתֵ֣י

aan de zijden

הַר־

van het gebergte

אֶפְרַ֔יִם

van Efraïm

וַ

-

יִּֽקַּֽח־

nam

ל

-

וֹ֙

-

אִשָּׁ֣ה

die zich een vrouw

פִילֶ֔גֶשׁ

een bijwijf

מִ

-

בֵּ֥ית

-

לֶ֖חֶם

Bethlehem-Juda

יְהוּדָֽה

-


Het geschiedde ook in die dagen, als er geen koning was in Israël, dat er een Levietisch man was, verkerende als vreemdeling aan de zijden van het gebergte van Efraim, die zich een vrouw, een bijwijf, nam van Bethlehem-juda.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!